Boeren, burgers en kaas
"Samen de puurheid bewaren"

Foto/tekst: Daniëlle Verweij
Men neme een burgemeester, een kaashandelaar en een kaasmaker uit Woerden. Dit vullen we aan met een acteur/regisseur/ommelandliefhebber en een boerenspecialist uit Zegveld. Voeg dit samen in een authentieke kaasomgeving. Laat een bevlogen veehouder fungeren als bindmiddel en kritisch vragensteller. Resultaat: een smaakvol, goudgeel samenzijn. Doordrenkt met innige liefde voor Woerden en de ommelanden.

Woerden     - Ik wil jullie allen vragen te reageren op het belang van de ommelanden ten opzichte van Woerden. Of misschien wel andersom. Woerden was altijd het epicentrum van de ommelanden, daar werd de handel gedreven. Wat is het belang in het kader van de handel, de politiek, de burgers?", zegt Bert Vollering. Het woord is aan de burgemeester.
Hans Schmidt: "Ommelanden hebben van oudsher een steunfunctie voor de stad. Want daar werd de kaas gemaakt en in de stad werd het verhandeld. En dat wordt echt niet op het stadhuis bepaald. Toen ik hier net kwam, ben ik met Woerdenaren door de stad gaan lopen.


Ik heb ze toen gevraagd; wat zie je nu, wat wil je met Woerden? Dat was de basis voor Visie 2022. Woerden heeft iets bijzonders in z'n karakter, een eigen identiteit en dat moet je behouden. Heel veel bouwen past daar niet bij. De stad en de ommelanden moeten vooral gekoppeld blijven, de verbinding blijven leggen. Daarom hebben we ook als slogan gekozen 'Woerden, stad waar het Groene Hart klopt'."
En wat vindt de burgemeester van Zegveld daarvan, Joop?
Joop Verheul: "Zelfs ik vind dat Woerden een sterke eigen identiteit heeft. Woerden is zuinig op de ommelanden, die nemen ze heel serieus. Kijk naar de herindelingen. We weten allemaal dat er aanvankelijk veel aversie was. Petje af voor de wijze waarop Woerden dat heeft gedaan want nu is de situatie prima. Dat moeten we vooral zo houden. De kracht zit ook bij het gemeentebestuur die met iedere kern, hoe klein ook, serieus omgaat. Andersom zijn de ommelanden ook zuinig op Woerden. Kenmerkend voor de verhouding zijn de mopperverhalen die ik binnen de LTO vaak hoor over de verhoudingen met gemeentebesturen. Altijd problemen. En in Woerden, welke wethouder het ook is, gaat het altijd goed. Dat vind ik heel typerend."
Hans Schmidt: "Als ik daar even op mag inspringen en vooral benadrukken dat de wethouders elkaar daar ook in steunen. Onlangs is wethouder Schreurs nog in Den Haag geweest om te praten over Na-tura2000. Die plannen zijn een doodsteek voor het Groene Hart."
En wat vind jij daarvan, Bram?
Bram van der Vlugt: "Het frappeert mij zo dat wat nu gezegd wordt. Toen Joop en in ik 2001 begonnen met Gras en Wolken kregen we onmiddellijk grote en duidelijke steun van burgemeester Van Zwieten. Hij zei toen 'hoor eens even, ik heb een gebied waar zeventig procent buitengebied is dus mag ik mij even, net als jullie, zorgen maken over dat buitengebied'. Dat was toen toch nog vrij bijzonder dat een burgemeester dat zei. En dat de burgemeester nu zegt dat Natura2000 de doodsteek is voor het gebied, daar ben ik ontzettend dankbaar voor. We leven in een gebied waar reclame wordt gemaakt voor de koeien die weer lekker naar buiten gaan. Er is antireclame voor de plofkip waardoor die nu uit de gratie raakt. Maar tegelijkertijd zijn er ook mensen die zeggen dat plofkoeien wel mogen. Lekker makkelijk en economisch aantrekkelijk. Godzijdank houden we dat tegen. Anno nu is de gedachte dat boerenland ook natuur is en dat streekproducten erbij horen. Dat was twaalf jaar geleden niet denkbaar, nu is het gemeengoed geworden. Die ontwikkeling in de waardering is zo goed in het belang en de noodzaak van het boerenbedrijf in een dichtbevolkte Randstad."kaaszomer
Hans Schmidt: "Ik sluit mij volledig aan bij de woorden van Bram. Woerden als slowfood-stad, ik roep het al jaren. En die ontwikkeling is zeker gaande. Nu krijg ik uit Limburg de vraag wanneer de graskaas er is en of ik deze lekkernij mee wil nemen. We zijn echt op de goede weg."
Hoe is dat politiek gezien, Jos?
Jos van Riet: "We hebben elkaar allemaal nodig. Woerden is niets zonder Harmelen. Woerden is niets zonder Kamerik en Zegveld, en ga zo maar door. Zo is eigenlijk de stad opgebouwd. We hebben alle mensen van het platteland nodig om dat wat we in Woerden doen, een streekfunctie hebben, om dat te kunnen invullen. Die mooie functie zou Woerden in z'n uppie ook niet hebben."
En Leo, we zitten hier in jouw prachtige Reypenaer kaaspakhuis. Blijft dit?
Leo Wilbrink: "Net als Jos ben ik een oude Woerdenaar, geboren tussen de pakhuizen. Ik heb de hele ontwikkeling meegemaakt. Dus nog voor de plastic coating, nou toen was het overal vet in de kaaspakhuizen hoor. De kaasplanken werden destijds in de singel schoongemaakt, die waren nog gladder dan ijs. Er is veel veranderd door de jaren heen. De scheiding tussen fabriekskaas en boerenkaas, de productieprocessen. En dat wat we hier nog hebben, zo in dit kaaspakhuis, moeten we zeker blijven behouden."
Laten we vooral ook gemeten van de Reypenaer die Leo op tafel zet hier terwijl we verder gaan naar het volgende punt. Hoe belangrijk is de positie van de boerensector, in economische zin, in Woerden? Dus van kaas tot transport.
Joop Verheul: "De rol van het boerenbedrijf is cruciaal voor de economie. We weten dat het aantal boerenbedrijven afneemt maar degenen die blijven, worden groter. De toe- en aanleverende industrie is fors. Voor economisch Woerden een zeer essentiële poot, misschien wel één van de belangrijkste poten."
Hans Schmidt: "Als je met planologen praat, dan besef je dat er een groot verschil van inzicht is tussen Den Haag en onze regio. Die jongens zeggen ijskoud 'weet je hoe duur die grond is, daar moet je huizen bouwen'. Die denken er zo koel over na. Verschrikkelijk gevaarlijk."
Joop Verheul: "Gelukkig hebben we één groot voordeel en dat is onze unieke grondsoort. Uitermate geschikt voor koeien en gras maar voor woningbouw absoluut ongeschikt. Dat is de grootste blunder die je kunt maken. Ik zie daar dus geen verandering in komen. Waar we wel met z'n allen naar moeten kijken, is de verzakking van de grond. We zitten gemiddeld op 2,30 tot 2,40 meter beneden NAP en we moeten alles in het werk stellen om die verzakking af te houden. Er wordt veel gesproken, maar er gebeurt daadwerkelijk te weinig."
Zou jij je visie willen geven met de blik op de toekomst, zeg de komende tien jaar?
Joop Verheul: "Ik zie de toekomst van ons gebied positief. Uit het oogpunt van natuur, milieu en landbouw. Op gebied van natuur omdat de grond hier is buitengewoon uniek vanwege de hoge natuurwaarde. Als de watergebiedplannen over vijf jaar zijn uitgevoerd, is het water ook van perfecte kwaliteit. Punt twee, het milieu. We moeten kijken naar het CO2-probleem. En dat brengt mij direct bij punt drie, de landbouw. Boeren op veengrond is spelen met water. Veel meer de handen in elkaar steken en zoeken naar een perfect peil om te kunnen boeren en de verzakking af te remmen.
En daarmee hebben we ook direct het CO2-probleem afgeremd."
Bram van der Vlugt: "Ik snap die laatste zin niet maar misschien krijg ik nu een ingewikkeld technisch verhaal." Joop Verheul: "Kijk, die grond bestaat uit ongeveer de helft organische stof,  daarom is die grond zeer uniek. En het grondwater schommelt altijd. Als het laag is, zoals in de zomer, komt de organische stof in contact met de lucht. En dan komen de problemen. Er komt stikstof, fosfor en CO2 vrij. Dus als je dit op peil weet te houden, los je dit probleem op. En dan moet je dus het grondwater wat hoger brengen, dat kan met al die moderne innovaties."
En Bram, werp jij eens een blik op de toekomst.
Bram van der Vlugt: "Ik ben wat gunstiger dan tien jaar geleden omdat de boer weer mag boeren. Maar ik ben pessimistisch als ik kijk naar de import in dit gebied. De nieuwe bewoners hebben geen idee hoe dit gebied werkt en hoe ze ervoor moeten zorgen. Optimistisch ben ik weer over het feit dat er toch weer jongeren gaan boeren, ik hoop dat dit doorzet. Ik denk dat het boerenbedrijf onmisbaar is. We moeten goed voor onze boeren zorgen en hopelijk dringt dit ook bij de beleidsmakers door. Eigenlijk moet dit gebied het Boeren Groene Hart blijven."
Dank je wel Bram. Ik ga naar Leo toe.
Leo van de Wijngaard: "Mijn visie op kaas, laat ik het daar maar op houden. De boeren moet je koesteren en ik vind het jammer dat een aantal kleine boeren moet stoppen. Vaak ook door de regelgeving vanuit de overheid die ik zwaar overtrokken vind. Dus daar moet gewoon wat soepeler mee worden omgesprongen. Maar goed, kaas blijft kaas. En de toekomst ziet er rooskleurig uit, kaas blijft een populair product. En de kwaliteit anno 2012 is echt top."    .
En Jos, even geen kaas voor jou maar de promotie van kaas. Waar gaan we heen de komende tien jaar?
Jos van Riet: "Er zijn tal van prachtige festiviteiten die we nog populairder gaan maken. Denk aan de graskaasdag, denk aan de historische kaasmarkt. De promotionele waarde is enorm en dat kan alleen nog maar groeien. En natuurlijk hebben we ook iets met de Romeinen en zijn we ook vestingstad, maar die kaas blijft enorm aanspreken. Dat vinden ze lekker, dat willen ze eten. En als je naar de kaashandel kijkt, komt dat ook goed. De bedrijven hebben opvolgers die weer net zo bevlogen aan de slag zijn als hun vaders en grootvaders."
Woerden is kaasstad met een daadwerkelijke kaasfunctie. Dus het echte werk in plaats van alleen een toeristisch kunstje uitvoeren. Hoe promoten we dit, burgemeester?
Hans Schmidt: "Woerden als Kaasstad moeten we breder trekken omdat Gouda en Alkmaar de naam hebben. We moeten zeker het buitengebied benadrukken en ons dus profileren als één gebied, dus met die ommelanden erbij. De Randstad heeft veel grote steden en die mensen moeten toch recreëren en komen dan bij ons uit. Het Groene Hart moet dus vooral groen blijven waarin de boeren de ruimte krijgen om te boeren. Ik denk dat wij met elkaar die echtheid, die puurheid moeten blijven uitstralen."

Ingrediënten:
Uit Woerden: Burgemeester Hans Schmidt - Kaashandelaar Jos van Riet - Kaasmaker Leo Wilbrink (Reypenaer)

Uit Zegveld: Veehouderij-specialist/LTO-bestuurder Joop Verheul - Acteur/regisseur Bram van der Vlugt
Locatie: Reypenaer Kaaspakhuis, Utrechtsestraatweg Woerden
Bereiding: Onder leiding van Bert Vollering, Agrarisch Centrum Woerden

De Blauwe Meije voor solutie en fietstaskunst

Of een fietsroute leuk is, hangt ondermeer af van de plekken waar je kunt afstappen. Je moet er iets kunnen beleven. Een groepje actieve boerinnen begreep dat tien jaar geleden al.
Peter Logher
Meije/Zegveld - De dames ontwierpen het Woerdens Klavertje Vier; een stelsel van vier rondgaande routes langs gastvrije boerenbedrijven waar aardige agrariërs klaarstaan om de fietsers te onthalen. Vorig jaar is het Klavertje Vier vernieuwd, bijgewerkt, gekoppeld aan het hedendaagse fiets-knooppuntennet en opnieuw in kaart gebracht. Sindsdien wordt gestaag gewerkt aan toevoegingen en vernieuwingen. Dit jaar is de Blauwe route onder handen genomen. Die voert van Woerden naar Zegveld, de Meije, Nieuwkoop, Noorden, Woerdense Verlaat en Kamerik.
Belangrijkste nieuwigheid: Servicepunten. Je kunt er de accu van je elektrische fiets opladen, een lekke band plakken of andere kleine reparaties uitvoeren, een plasje plegen, iets eten of drinken en informatie oppikken.
kaaszomer2Knooppunten
De Blauwe Meije van Rebecca de Boer en Juerd van der Burgt is één van die knooppunten. De Boer en Van der Burgt streken anderhalf jaar geleden neer bij de driesprong Meije-Middenweg, op de plek waar tot dan beeldhouwer Wim Verwoerd zijn atelier en huis had. In hoog tempo verbouwden ze de bedoening tot een pleisterplaats, galerie/expositieruimte en een sfeervol onderkomen voor kleine gezelschappen. Een beeldentuin, terras aan het veenriviertje de Meije - inderdaad een plek om af te stappen.
Koken met oma
Voor Rebecca de Boer (ex-boerin, cardiologisch verpleegkundige en evenementenorganisator) is de Blauwe Meije een voortzetting van een onderneming in West-Friesland waarin ze zich bezighield met allerlei activiteiten op het platteland. Van boerengolf en 'koken met oma', tot vaartochten en artistieke workshops. "RondjeRegio groeide als kool. Na drie jaar zaten we op 10.000 deelnemers, met evenementen verspreid over een groot aantal locaties, vooral boerderijen. We hadden wel eens zestien groepen op één dag - eigenlijk gekkenwerk. Die groei was leuk, maar ik voelde meer voor een eigen onderneming op één plek."
Zegveldse Meije
Die plek vond ze in de Zegveldse Meije. Op de driesprong zijn nu het Free Heart Organisatiebureau, galerie, kennis- en kunstencentrum De Blauwe Meije en Trainerscorner te vinden. Trainerscorner is het middelpunt van Juerds netwerk; hij is communicatietrainer van beroep. Rebecca organiseert uitjes en bijeenkomsten in de zakelijke en recreatieve sfeer; creatieve en culinaire workshops, fiets- en vaartochten, teambuildingbijeenkomsten.
De Blauwe Meije moet ook als pleisterplaats dienen voor wie over de weg, over water of 's winters over het ijs komt. Wat men aantreft als men er afstapt?
Betaalbaar
De Boer somt op: "Een mooie locatie met een fijn terras aan de Meije, informatie, streek-producten en een hoop kunst. Wat dat laatste betreft: Wat we in de galerie en de beeldentuin laten zien moet voor een flink deel 'fietstaskunst' zijn.
Dat wil zeggen: betaalbaar en makkelijk mee te nemen." "Verder kun je hier lekker lunchen met streekproducten, er zijn oplaadpunten voor elektrische fietsen, auto's en boten. Een fietspomp natuurlijk en spullen om een lekke band te plakken. En een verbandkist, voor de fietser die valt of de schaatser die met zijn hoofd tegen een brug knalt. Ik ben cardiologisch verpleegkundige, we zijn ook bezig een AED - automatische externe defibrillator, een reanimatietoestel - hier te krijgen. Maar dat is een service die hopelijk niet vaak van pas komt."

Echt gebeurd verhaal: Schildknaap beschermde reuzenkazen

Het is een cliché: boerenkaas maken is boerinnenwerk, overgedragen van schoonmoeder op schoondochter. Maar klopt het?
Peter Logher

Zegveld - "Bij ons niet echt," meent Pea de Groot, vermaard kaasmaakster in Zegveld. Pea staat bekend als een pionier (sedert 1981) van de reuzenkazen én als de boerin die decennialang het kaasmaken demonstreerde tijdens de Woerdense feestkaasmarkten. Onlangs hing ze haar schort definitief aan de kapstok. "Het gaat toch wel een beetje op," spreekt Pea's schoondochter Marleen tegen. Feit: Pea had een schoonmoeder die kaas maakte, ook Marleen volgde haar schoonmoeder op. Maar alle drie hebben op cursussen de fijne kneepjes geleerd. Pea voerde vernieuwingen door, Marleen deed dat later ook. Het verschil tussen opvolgen en navolgen is pittige discussiestof aan de keukentafel in kaasboerderij De Lage Broek.
Kalveren
Marleen herinnert zich dat ze in twee en een halve week de eerste beginselen van het kaasmaken van haar schoonmoeder leerde, toen die in 1988 een reis naar Canada zou maken. Toen Pea terugkeerde, was er weer één kaasmaakster op de boerderij en Marleen wijdde zich aan de kalveren. "En toen jij in 1993 ziek werd, ben ik met een briefje naar het ziekenhuis gekomen: 'Ma, hoe was het ook alweer?' Toen hebben we het hele proces doorgenomen en alles opgeschreven." Pea was een fanatieke. "In 1965 kreeg ik een zoon terwijl ik met de kaascursus bezig was. Ik belde: Deze keer kom ik niet, maar volgende week ben ik er weer. In 1993 kreeg ik acute reuma, toen mocht ik geen kaas meer maken. Ik vond het heel moeilijk om het los te laten."
Jumbo's
Tussen beide jaartallen waren Pea en haar echtgenoot Jan de Groot trendsetters. De eersten in de regio met een boerderijwinkeltje, in 1978 al. In 1981 produceerden ze hun eerste karrewielkazen van 90 kilo.
Ter vergelijking: Het gangbare formaat Goudse kaas weegt 16 kilo. "Later moesten we jumbo's van 60 kilo maken. Dat wilde de handel, want de winkeljuffrouwen klaagden over het gewicht," aldus Pea. De jumbo's zijn er niet voor de show.kaaszomer3
Ze smaken echt anders, vertelt zoon Bert, tegenwoordig de boer op De Lage Broek. "Ze worden minstens negen a tien maanden opgelegd. Jong worden ze niet aangesneden, dat heeft geen zin. Het voordeel is dat ze minder droog worden als ze rijpen; je krijgt de smaak van oude of overjarige kaas en het mondgevoel van jong belegen." Pea: "Op een open dag van een kaashandelaar hebben we geproefd van één van onze jumbo's die zes jaar in het pakhuis had gelegen. Hij was heerlijk."
Schildknaap
De handel was en is tuk op de jumbo's uit Zegveld "Vroeger ging mijn man eens in de twee weken met de kazen naar de markt in Woerden. Eén kaashandelaar was er zo op gebrand, dat hij een helper vooruitstuurde. Die moest Jan aan de praat houden tot de koopman er was. Dan konden anderen niet bieden. De schildknaap was er weer, zei Jan dan als hij thuiskwam."
Pea is tot vorig jaar een beetje kaasmaakster gebleven. Tijdens de graskaasdagen en de historische kaasmarkten stond ze in Rijnstreeks ornaat het kaasmaken te demonstreren. "Het was inclusief de voorbereidingen, toch een heel werk. Vorig jaar heb ik besloten te stoppen."
Formaten
Op de grondig vernieuwde boerderij zet schoondochter Marleen het kaasmaken voort. De tweede generatie boerderijwinkel biedt de clientèle door een groot raam uitzicht op de naar Europees voorschrift kraakheldere kaasmakerij. Kazen worden vijf dagen per week gemaakt in uiteenlopende formaten. Alleen jumbo's maken is geen optie, zolang de koeien niet hebben geleerd keurige veelvouden van 600 liter melk te geven. In de boerderijwinkel worden vooral de kleinere formaten verkocht, soms is er ook jumbokaas te koop.
Pasteuriseren
De belangrijkste vernieuwing die Marleen doorvoerde was in 2006 het pasteuriseren van de melk. Een voorlopig nog omstreden techniek; van oudsher wordt boerenkaas van rauwe melk gemaakt. "De handel vroeg er om. Als een kaas minimaal negen maanden moet rijpen, is het risico groter dat een verkeerde bacterie tot ontwikkeling komt." "Je moet kunnen instaan voor het product dat je hebt geleverd," vult boer Bert aan. "Ook als pas na negen maanden of nog langer aan het licht komt of het goed was of niet." Het pasteuriseren in de boerenkaasmakerij bevindt zich volgens hem in een 'grijs gebied'. Men zegt het niet te willen, maar er is wel een markt voor de benodigde apparatuur, merkt hij fijntjes op. "Sommigen wijzen pasteuriseren af, maar 'thermiseren'. Dat is een iets andere techniek om de melk kort te verhitten. Ik bedoel maar..."
Marleen: "Ik krijg positieve reacties. Dat komt, denk ik, doordat ik er open en eerlijk over ben. Ik doe ook mee met boerenkaaskeuringen, maar niet om de prijzen. Het gaat me om de technische beoordeling, ik wil weten waar ik sta. En ik merk dat ik daarom gerespecteerd word."

Drie decenia ambassadrice van het boerenland

Pea de Groot-Habold (73) was tot en met vorig jaar het bekendste gezicht op de feestelijke kaasmarkten in Woerden, maar de insiders kennen haar ook als een doortastende organisatrice. Zo regelde zij samen met haar vriendin en collega-boerin Ida Kemp 31 jaar geleden de eerste van een lange reeks open dagen onder de titel 'De boer op'. Tot 2010 bleef ze bij de organisatie van dat evenement betrokken. "Boeren over de streep trekken om burgers achter de staldeuren te laten kijken, was in 1981 niet eenvoudig. Het was in de tijd dat die sproeiende giertank op televisie voorbij kwam," herinnert ze zich. Maar met de oproep 'Laat zien dat op het boerenland toch vooral veel moois te zien is' wisten de dames heel wat boeren te overreden. "Al na een paar jaar vroegen ze zelf om een open dag."
In de Woerdense kaasdagcommissie nam ze in 1974 zitting. In 1985 debuteerden Pea de Groot en Ida Kemp als ouderwetse kaasmaaksters op het eeuwfeest van de Woerdense kaasmarkt. Nadien stond Pea vrijwel ieder jaar in ouderwets Rijnstreekse uitmonstering in een kraam achter de kaastobbe op de graskaasdag en de Historische kaasmarkt. Om gezondheidsredenen heeft de ambassadrice van de Woerdense kaasmarkt besloten er een punt achter te zetten. Maar ook na Pea wordt kaas gemaakt op de Woerdense feestkaasmarkten. Lia en Johan de Wit uit Haastrecht laten met ingang van dit jaar de stedelingen zien hoe het 'boerengoud' tot stand komt.

Pin It