WOERDEN • Motorrijders mogen op zaterdagen zondag weer rijden langs de Meije bij Bodegraven. De Haagse bestuursrechter heeft het motorweekendverbod dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk had ingesteld, opgeschort. Dit betekent dat de verbodsborden worden verwijderd en motorrijders voorlopig weer toegang hebben tot deze weg.
De actiegroep Motorrijders Actie Groep (MAG) startte in mei 2022 een rechtszaak tegen het verkeersbesluit van de gemeente, dat bepaalde dat de Meije in de weekenden en op feestdagen tussen 1 april en 1 oktober afgesloten zou zijn voor motorrijders. De rechter oordeelde dat het besluit ‘niet zorgvuldig voorbereid en evenmin goed gemotiveerd’ was. De gemeente had geen geluidsmetingen of verkeerskundig onderzoek uitgevoerd en baseerde het besluit op een onvoldoende onderbouwde bewonersenquête.
Ondanks deze uitspraak hield de gemeente vast aan het verbod, paste het verkeersbesluit slechts op details aan en wees het bezwaar van de MAG opnieuw af. In december 2024 stapte de MAG daarom weer naar de rechter. De bestuursrechter stelde de actiegroep opnieuw in het gelijk en schorste het verbod. De gemeente moet nu binnen zes maanden een nieuw besluit nemen, gebaseerd op degelijk onderzoek.
De uitspraak heeft mogelijk gevolgen voor Woerden. De MAG stapt nu naar de gemeente Woerden om ook daar het motorverbod, waar het noordelijke, nog altijd afgesloten deel van de Meije onder valt, aan te vechten. Als het verbod in Bodegraven vervalt, zou het motorverbod in Woerden eveneens ongeldig kunnen worden verklaard.
Alissa Verwoerd
Zegveld - Maandenlange droogte of juist extreem natte omstandigheden. Boeren staan voor flinke uitdagingen door een veranderend klimaat. Hoe ga je hiermee om? Daar doen ze bij de proefboerderij in Zegveld onderzoek naar. Landbouw-minister Femke Wiersma liet zich gisterochtend inspireren.
Rond 10.15 uur komt BBB-minister Femke Wiersma aan op haar bekende pumps. Dat ze die regelmatig verruilt voor laarzen is duidelijk te zien. Vakkundig worden de naaldhakken uitgeschopt en enkele seconden later loopt ze met een aantal boeren en onderzoekers in de richting van het weiland.
Wiersma wil zich voorbereiden in aanloop naar het commissiedebat Landbouw, Klimaat en Voedsel op 6 maart Een werkbezoek als dit is wat ze het liefste doet, laat ze weten. Maar een volle agenda met vele vergaderingen en debatten maken dit soms moeilijk.
In het krappe uurtje dat de BBB-politica heeft, leidt een groep heren haar rond op het Kennis Transfer Centrum (KTC) in Zegveld, beter bekend als de proefboerderij. Daar worden al jaren talloze onderzoeken gedaan om te kijken hoe er in de toekomst op een klimaat- en milieuvriendelijke manier geboerd kan worden. Het huidige onderzoek, de proef met een hoogwaterboerderij, is daarin het belangrijkste gesprek van de dag.
Op dit moment is het grondwaterpeil bij de meeste boeren op veenweidegrond, vooral te vinden in het Groene Hart en Friesland, zo’n 40 tot 60 centimeter onder het maaiveld. Maar dit lage waterpeil zorgt ervoor dat de bodem daalt en dat er broeikasgassen in de atmosfeer belanden. Bij een hoger grondwaterpeil wordt dit aanzienlijk minder, maar de vraag is of de grond dan nog wel rendabel is voor melkveehouders.
Daar zijn ze in Zegveld nog niet helemaal uit. Op de hoogwater-boerderij is er een waterpeil van 20 centimeter onder het maaiveld. Om echt conclusies te trekken of dit werkt, is het nog te vroeg, vertelt voorzitter van het KTC, Kees Slingerland. „Een hoog grondwaterpeil kan werken, maar het brengt beperkingen met zich mee. Je kunt niet altijd maaien en het heeft invloed op de kwaliteit van het gras. Het eerste jaar van ons onderzoek was vrij nat. We willen echt zeker weten hoe het zit voordat we naar buiten komen met de resultaten.”
Directeur Jasper Beek ondersteunt dat. „We willen erachter komen of dit rendabel is voor boeren. Als dat niet zo is, is het ook niet duurzaam.”
Ei van Columbus
Precies die insteek is de reden dat Femke Wiersma naar Zegveld kwam. Ze heeft zelf jarenlang in de werkgroep Veenweide gezeten van het ministerie van Landbouw en woonde op een boerderij in Abcoude, tevens met veenweidegrond. Ze bezocht het KTC dan ook al eerder. „Soms wordt er gedacht dat iemand het ei van Columbus heeft uitgevonden, maar dat is er vaak niet. Er is dan weinig oog voor de praktische uitvoerbaarheid van beleid. Maar als iets niet praktisch uitvoerbaar is, kan het natuurlijk niet echt bijdragen.”
Tijdens de rondleiding vertelt Beek bijvoorbeeld over een pomp die zorgt voor drukdrainage, waardoor het veen kan worden vernat. Een mooi systeem met het benodigde effect, maar het kost zo’n 8000 euro per hectare. Is zoiets dan haalbaar voor de ‘gewone’ melkveehouder?
Het valt op dat Wiersma een hoop kritische vragen stelt aan de boeren en onderzoekers in Zegveld. „Ik wil graag cijfers”, laat ze meermaals weten. De heren zijn duidelijk onder de indruk van de minister, die flinke kennis van zaken lijkt te hebben. De rapporten en cijfers uit alle onderzoeken, die krijgt Wiersma aangereikt. „Die ga ik nodig hebben tijdens het debat binnenkort”, laat ze weten.
Janet de Vos
Zegveld - Een hoger grondwaterpeil zorgt voor minder bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen, maar kun je nog rendabel boeren als de koeien op hoog water staan? Op de Hoogwaterboerderij in Zegveld wordt dat onderzocht.
De boerderij met 40 hectare grond aan de Oude Meije 14 lijkt op het eerste oog heel gewoon: met koeien in de wei en de stal. De bijzonderheid zit onder het weiland, waar het grondwaterpeil is verhoogd tot 20 centimeter onder het maaiveld; zo’n 40 centimeter hoger dan in traditionele weilanden.
Het Veenweide Innovatie Centrum (VIC) is sinds 2020 bezig met het project Boeren op Hoog Water. Op de Hoogwaterboerderij van het Kennis Transfer Centrum(KTC) in Zegveld wordt in de praktijk getest of en hoe je rendabel kunt boeren als het waterpeil wordt verhoogd.
Aanleiding voor het onderzoek is het Klimaatrakkoord van Parijs waarin staat dat boeren moeten ‘vernatten’. Nu is het grondwaterpeil, zeker ’s zomers, in het veenweidegebied laag. Bij laag water verdroogt en oxideert het veen waardoor er veel broeikasgas (CO2) in de atmosfeer komt. Bij hoog water daalt de bodem minder en is de uitstoot lager.
Melkproductie
„Op de Hoogwaterboerderij willen we inzicht krijgen in wat een hoog waterpeil betekent voor het boerenbedrijf. We onderzoeken de effecten van de grondwaterstanden op de bodem, de grasproductie, de melkproductie en eventuele risico’s voor de gezondheid van de koeien. Net als de gevolgen voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit en de uitstoot van broeikasgassen”, vertelt Jasper Beek, directeur van het KTC Zegveld waar de Hoogwaterboerderij deel van uitmaakt. „Wij facifiteren het onderzoek: we leveren de grond en de koeien en data waarmee onderzoekers analy-ses maken.”
Rendabel
Jasper benadrukt dat het bedrijfs-economisch aspect een belangrijk onderdeel van het onderzoek is. „Als iets niet rendabel is, is het ook niet duurzaam. Wat betekent dit voor de kosten en inkomsten voor een melkveehouder? En wat zijn de effecten op de lange termijn?”
Bepaalde percelen op de boerderij hebben daarom een verhoogd grondwaterpeil en andere een traditioneel grondwaterpeil. Daarnaast zijn er twee groepen koeien: koeien die op hoog water staan en die op traditioneel weiland staan.
Alles wat er gebeurt, wordt gemeten en met elkaar vergeleken. „In eerste instantie zou het onderzoek vijf jaar duren, maar die periode bleek te kort. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om het systeem goed te laten werken en we hebben verbeteringen doorgevoerd. Ook hebben we te maken gehad met verschillende weersomstandigheden: van heel droge tot heel natte perioden en die hebben invloed op de meetresultaten. Voor de betrouwbaarheid is het beter om meer data te verzamelen. Vandaar dat we daar een subsidie voor hebben gekregen”, vertelt Jasper.
Het gaat om een subsidie van de provincie Zuid-Holland van 1,5 miljoen euro aan het Veenweide Innovatie Centrum, waarvan 450.000 euro naar Boeren op Hoog Water De subsidie is een deel van de kosten - circa een miljoen euro per jaar - die worden betaald door het Rijk, de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, waterschappen, bedrijfsleven en de boeren (LTO):
„Met de subsidie zetten we het huidige onderzoek nog een aantal jaar door. Een verandering is dat we alleen nog Holstein-Friesians hebben en geen Jersey-koeien meer. We zagen geen duidelijk verschil tussen de rassen en hebben vanuit kostenoogpunt en om betere analyses te kunnen maken, afscheid genomen van de Jersey-koeien.”
Hoewel de onderzoeksresultaten nog even op zich laten wachten, kan Jasper al wel iets vertellen dat hem opvalt: „We weten dat boeren op hoog water de eerste jaren geen negatieve gevolgen heeft gehad voor de gezondheid van dieren. Verder lijkt er op het blote oog in de natte periodes meer schade aan de grond te zijn als het grondwaterpeil is verhoogd. Langer onderzoek is nodig, want de afgelopen jaren hebben we nieuwe inzichten gekregen en ontdekt dat sommige aannames toch niet klopten. We dachten eerst dat bodemdaling kwam door zuurstof en oxidatie, maar we zien nu ook op diepere lagen waar wel wateris, inklinking. Jasper hoopt dat overheden door het onderzoek op zijn boerderij straks gedegen en onderbouwd beleid maken. Daarnaast wil hij boeren perspectief geven. Alleen al in het Groene Hart gaat het om 1200 agrariërs die hun bedrijf op veenweidegrond hebben. „We willen boeren een realistisch toekomstbeeld schetsen, niet alleen het deprimerende beeld dat boeren moeten verdwijnen. Wat ons betreft horen boeren en koeien in het veenweidegebied. Wij onderzoeken of dat op deze manier kan.”
Wennen aan het idee
En de boeren, wat vinden zij van boeren op hoog water? „Steeds meer boeren wennen aan het idee. De meeste boeren zijn met het klimaat bezig en willen het beste met hun land. Je ziet dat steeds meer boeren bezig zijn met het grondwaterpeil. Ook in het veenweidegebied in het Groene Hart leggen boeren waterinfiltraties aan en maken zij gebruik van subsidies daarvoor. Sommigen vreesden dat koeien het zompige grasland kapot zouden trappen of dat ze ziek zouden worden. Dat laatste is niet het geval. Om het echte verhaal te vertellen, is onderzoek zo belangrijk.”
De komende jaren richten Jasper en zijn veertien medewerkers zich op verder onderzoek en het vernieuwen van de boerderij.
„We willen het bedrijf een facelift geven en zijn bezig met het opzetten van een campus voor kennisontwikkeling en kennisdeling. Een soort centrumfunctie voor het veenweidegebied. Daarnaast sluiten we ons aan bij het Fieldlab Groene Hart dat naast oplossingen voor bodemdaling werkt aan thema’s rondom stikstof en mest, want daar is boeren op hoogwater geen oplossing voor. Ondertussen houden we ons bedrijf draaiend, want ook bij ons moeten de koeien gewoon worden gemolken.”