ZEGVELD - Marco de Hollander viert in 2025 zijn 25-jarigartiestenjubileum. Naast een aantal feestelijke evenementen, wil de volkszanger uit Ter Aar zich ook graag inzetten voor het goede doel. “Mijn broer Jacco is 15 jaar geleden op 29-jarige leeftijd overleden aan kanker. Ik ga daarom op donderdag 5 juni de Alpe d’Huzes beklimmen voor KWF Kankerbestrijding.” Het streefbedrag is 25.000 euro. Om dit doel te behalen organiseert de zanger op zondag 9 maart in de Milandhof van Zegveld een benefietconcert. Meer dan 25 artiesten treden tijdens dit concert belangeloos op. Kaarten kosten 40 euro per persoon en zijn telefonisch verkrijgbaar via 06-11000474 of per e-mail te bestellen: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.. Het volledige bedrag van de kaartverkoop wordt overgemaakt naar het KWF. De zaal gaat om 12.00 uur open, om 13.00 uur start het concert. “Met elkaar gaan we proberen om zoveel mogelijk geld in te zamelen”, besluit de volkszanger.
Rik Sneijder
Bodegraven/Meije/Zegveld - Die verbodsborden zijn er niet voor niets neergezet, zeggen bewoners van de Bodegraafse Meije. De rechter vindt echter dat de gemeente het verbod op het inrijden van motorrijders in de weekenden niet had mogen instellen en dus zijn zijnal april weer welkom.
Het verschil in overlast vóór en na het inrijverbod voor motoren is groot, zegt Meije-bewoner Leon Koot. „Toen ze hier nog mochten rijden, was het lawaai op zomerse dagen oorverdovend. Je kon elkaar in de tuin niet meer verstaan. Ze reden veel te hard. Als ze nou normaal zouden rijden, is er niet veel aan de hand.”
De verbodsborden staan er nog wel, maar moeten dus weggehaald worden. De rustieke landweg is voor motoren in weekenden en op feestdagen van 1 april tot 1 oktober weer toegankelijk. De Motorrijders Actie Groep (MAG) had twee jaar geleden al bezwaar gemaakt tegen het besluit van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk om de Meije af te sluiten voor motorrijders.
De gemeente wees dit bezwaar af, waarop MAG naar de rechter stapte. De groep werd in het gelijk gesteld. Het verkeersbesluit van de gemeente werd opgeschort. De rechter oordeelde dat het verkeersbesluit van Bodegraven-Reeuwijk ‘niet zorgvuldig voorbereid en evenmin goed gemotiveerd’. Er waren geen geluidsmetingen uitgevoerd, er was geen verkeerskundig onderzoek gedaan en de uitgevoerde bewonersenquête was onvoldoende om een dergelijk besluit op te baseren, aldus de rechter.
„We gaan de mogelijkheden onderzoeken om de veiligheid van de weggebruikers te waarborgen en de overlast voor omwonenden en de natuur te beperken”, reageert een woordvoerder van de gemeente. „Voor nu betekent het dat de overlast en onveiligheid die we met deze weekendafsluiting wilden tegengaan, mogelijk weer meer ervaren gaat worden.”
Overigens is het motorenverbod op de aansluitende wegen in de gemeente Woerden nog steeds van kracht. Daar kunnen motorrijders dus niet doorrijden. „We gaan dit aan het begin van de Kerkweg aangeven met borden. We roepen de motorrijders die de Meije aandoen op om veilig en verantwoord te rijden en rekening te houden met andere weggebruikers, omwonenden en met het bijzondere karakter van dit mooie gebied”, zegt de woordvoerder.
Er zou gehandhaafd moeten worden op geluidsoverlast, zegt bewoner Koot.
„Het moet mogelijk zijn om de decibellen te checken en daarvoor boetes uit te delen. Als er te hard wordt gereden, is het niet alleen een herrie maar ook veel te gevaarlijk. Er fietsen ook hele gezinnen.”
Geen leuk bericht natuurlijk, verzucht bewoner Jaco Kastelein en voorzitter van de Stichting Werkgroep Meijebelangen. Hij heeft de uitspraak van de rechter bestudeerd en wordt er niet blij van. De redeneringen zijn wel heel erg dun, zegt hij. „Er zijn filmpjes opgenomen in het dossier dat aan de rechtbank is gegeven. De rechter vindt dat niet duidelijk genoeg is dat die filmpjes hier op de Meije zijn gemaakt. Maar op film staan gewoon huisnummers en is veel van de omgeving te zien”, zegt een verontwaardigde Kastelein.
Volgens bewoner en voorzitter Kastelein is de motorellende vooral begonnen in de coronatijd, toen mensen elkaar niet konden ontmoeten, en veel recreatieve tochten werden gemaakt.
Kastelein: „De rechter wil niet dat er groepen recreanten worden uitgesloten. Wij vinden dat je de categorie vrijgevochten motorrijders die geen rekening houdt met anderen, wel mag weren uit de Meije.”
WOERDEN • Motorrijders mogen op zaterdagen zondag weer rijden langs de Meije bij Bodegraven. De Haagse bestuursrechter heeft het motorweekendverbod dat de gemeente Bodegraven-Reeuwijk had ingesteld, opgeschort. Dit betekent dat de verbodsborden worden verwijderd en motorrijders voorlopig weer toegang hebben tot deze weg.
De actiegroep Motorrijders Actie Groep (MAG) startte in mei 2022 een rechtszaak tegen het verkeersbesluit van de gemeente, dat bepaalde dat de Meije in de weekenden en op feestdagen tussen 1 april en 1 oktober afgesloten zou zijn voor motorrijders. De rechter oordeelde dat het besluit ‘niet zorgvuldig voorbereid en evenmin goed gemotiveerd’ was. De gemeente had geen geluidsmetingen of verkeerskundig onderzoek uitgevoerd en baseerde het besluit op een onvoldoende onderbouwde bewonersenquête.
Ondanks deze uitspraak hield de gemeente vast aan het verbod, paste het verkeersbesluit slechts op details aan en wees het bezwaar van de MAG opnieuw af. In december 2024 stapte de MAG daarom weer naar de rechter. De bestuursrechter stelde de actiegroep opnieuw in het gelijk en schorste het verbod. De gemeente moet nu binnen zes maanden een nieuw besluit nemen, gebaseerd op degelijk onderzoek.
De uitspraak heeft mogelijk gevolgen voor Woerden. De MAG stapt nu naar de gemeente Woerden om ook daar het motorverbod, waar het noordelijke, nog altijd afgesloten deel van de Meije onder valt, aan te vechten. Als het verbod in Bodegraven vervalt, zou het motorverbod in Woerden eveneens ongeldig kunnen worden verklaard.
Harrie van Opstal
Zegveld/Woerdense Verlaat - Woerden maakt in samenspraak met buurgemeente Nieuwkoop de Milandweg veiliger. De snelheidslimiet gaat omlaag en er komt een steviger berm.
Voor de weg is dit jaar groot onderhoud gepland. En die gelegenheid grijpt de gemeente aan om de veiligheid op deze route te vergroten. Dat laat wethouder Roy Luca (verkeer, LijstvanderDoes) weten in antwoord op vragen van de LvdD-raadsfractie.
Bepaald geen overbodige luxe, blijkt uit een rondgang in Zegveld. Bewoners maken zich zorgen over de Milandweg, mede naar aanleiding van een ernstig ongeluk in november afgelopen jaar.
Die 17de november raakte een automobilist door nog onbekende oorzaak de macht over het stuur kwijt. Hij schoot vanaf de rijbaan via de berm het fietspad op. Daar raakte de wagen twee mensen die daar juist een wandeling maakten. Eén van hen overleed later aan haar verwondingen.
De veiligheid op deze lange polderweg was dan ook onderwerp van gesprek bij het recente overleg van het dorpsplatform. Voorzitter Piet Brak: „Het is een ontzettend gevaarlijke weg. Sinds de aanleg zijn er veel mensen omgekomen bij ongelukken.” De Milandweg werd in 1969 opgeleverd na een grote ruilverkaveling rondom Zegveld.
Bult in de rijbaan
De rechte weg met enkele flauwe bochten is voor een groot deel nog een 80 kilometerweg. In de Milandweg zitten wat lage bruggen, waardoor er een bult in de rijbaan zit die automobilisten kan overvallen, weet Brak. „Verder wordt nogal eens hard gereden en halen bestuurders in waar het niet kan of mag.”
De eigenaar van een boerenbedrijf op de hoek Milandweg-Rondweg beaamt dat. „De weg is voor een doorgaande route aan de smalle kant. Als je dan bewust of onbewust wat te hard rijdt, raak je snel de macht over het stuur kwijt. Het is allemaal slappe veenweidegrond in dit gebied. Raak je van de weg, dan gaat het mis.”
De boer, die anoniem wil blijven,
Bewoner op hoek Milandweg heeft meermaals hulp verleend. Zoals op die 5de april 2014, toen een auto van de weg raakte. „Ik hoorde hem rond negen uur ’s avonds aankomen. Net over de brug was het ineens ‘boef en werd het doodstil. Ik rende meteen vanuit de stal het huis binnen en belde 112.”
De brandweer was er, zo vertelt hij, verbazingwekkend snel bij. „Ik heb toen vanaf m’n land met de koplampen van de tractor bijgeschenen om de twee jongens te kunnen zoeken die uit de wagen waren geslingerd.” De 18-jarige Kevin Vroege bleek ter plekke te zijn overleden.
Niet te garanderen
Hoe triest ook, dergelijke dramatische ongelukken helemaal voorkomen kan helaas niet. Aanwonende Piet Bremmer, oud-supermarkteigenaar en oud-brandweerman, denkt dat een 100 procent veilige weg niet te garanderen is. „Het is een niet zo brede, rechte weg die uitnodigt tot hard rijden. Van dergelijke buitenwegen zijn er meer. Je kunt niet letterlijk overal vangrails plaatsen.”
Maar Woerden doet dit jaar wel een poging om de risico’s op de Milandweg te verkleinen. Wethouder Roy Luca laat in antwoord op vragen van de LvdD-fractie weten dat langs de wegkanten bermbeton wordt aangebracht. Pal langs de randen van het asfalt wordt beton gegoten, zodat het wegdek niet kan afbrokkelen. En anders dan nu vormt dat bermbeton een vaste ondergrond, zodat een bestuurder meer kans heeft een stuurfout te corrigeren.
Verder gaat de maximumsnelheid omlaag van 80 naar 60 kilometer per uur. Dit gebeurt in samenspraak met buurgemeente Nieuwkoop omdat de Milandweg tussen de Oude Meije en Woerdense Verlaat Nieuwkoops grondgebied is. De wegmarkering wordt aangepast, de kruisingen worden duidelijker aangegeven en er komen drempels, aldus de wethouder.
Flexflitspaal blijkt geen optie te zijn.
Woerden heeft een zogeheten flexflitspaal die tijdelijk op verschillende plekken kan worden neergezet. Maar dat gebeurt niet zomaar. Het Openbaar Ministerie hanteert criteria zoals het aantal passerende voertuigen, snelheid, gevaarlijke punten en het aantal ongelukken. De Milandweg scoort daarbij volgens een gemeentewoordvoerder, hoe triest dat ook is in het licht van de genoemde ongelukken, niet hoog genoeg. Zo komen er gemiddeld drieduizend voertuigen per etmaal langs, terwijl dat er voor zo’n flitspaal minimaal vijfduizend moeten zijn.
Alissa Verwoerd
Zegveld - Maandenlange droogte of juist extreem natte omstandigheden. Boeren staan voor flinke uitdagingen door een veranderend klimaat. Hoe ga je hiermee om? Daar doen ze bij de proefboerderij in Zegveld onderzoek naar. Landbouw-minister Femke Wiersma liet zich gisterochtend inspireren.
Rond 10.15 uur komt BBB-minister Femke Wiersma aan op haar bekende pumps. Dat ze die regelmatig verruilt voor laarzen is duidelijk te zien. Vakkundig worden de naaldhakken uitgeschopt en enkele seconden later loopt ze met een aantal boeren en onderzoekers in de richting van het weiland.
Wiersma wil zich voorbereiden in aanloop naar het commissiedebat Landbouw, Klimaat en Voedsel op 6 maart Een werkbezoek als dit is wat ze het liefste doet, laat ze weten. Maar een volle agenda met vele vergaderingen en debatten maken dit soms moeilijk.
In het krappe uurtje dat de BBB-politica heeft, leidt een groep heren haar rond op het Kennis Transfer Centrum (KTC) in Zegveld, beter bekend als de proefboerderij. Daar worden al jaren talloze onderzoeken gedaan om te kijken hoe er in de toekomst op een klimaat- en milieuvriendelijke manier geboerd kan worden. Het huidige onderzoek, de proef met een hoogwaterboerderij, is daarin het belangrijkste gesprek van de dag.
Op dit moment is het grondwaterpeil bij de meeste boeren op veenweidegrond, vooral te vinden in het Groene Hart en Friesland, zo’n 40 tot 60 centimeter onder het maaiveld. Maar dit lage waterpeil zorgt ervoor dat de bodem daalt en dat er broeikasgassen in de atmosfeer belanden. Bij een hoger grondwaterpeil wordt dit aanzienlijk minder, maar de vraag is of de grond dan nog wel rendabel is voor melkveehouders.
Daar zijn ze in Zegveld nog niet helemaal uit. Op de hoogwater-boerderij is er een waterpeil van 20 centimeter onder het maaiveld. Om echt conclusies te trekken of dit werkt, is het nog te vroeg, vertelt voorzitter van het KTC, Kees Slingerland. „Een hoog grondwaterpeil kan werken, maar het brengt beperkingen met zich mee. Je kunt niet altijd maaien en het heeft invloed op de kwaliteit van het gras. Het eerste jaar van ons onderzoek was vrij nat. We willen echt zeker weten hoe het zit voordat we naar buiten komen met de resultaten.”
Directeur Jasper Beek ondersteunt dat. „We willen erachter komen of dit rendabel is voor boeren. Als dat niet zo is, is het ook niet duurzaam.”
Ei van Columbus
Precies die insteek is de reden dat Femke Wiersma naar Zegveld kwam. Ze heeft zelf jarenlang in de werkgroep Veenweide gezeten van het ministerie van Landbouw en woonde op een boerderij in Abcoude, tevens met veenweidegrond. Ze bezocht het KTC dan ook al eerder. „Soms wordt er gedacht dat iemand het ei van Columbus heeft uitgevonden, maar dat is er vaak niet. Er is dan weinig oog voor de praktische uitvoerbaarheid van beleid. Maar als iets niet praktisch uitvoerbaar is, kan het natuurlijk niet echt bijdragen.”
Tijdens de rondleiding vertelt Beek bijvoorbeeld over een pomp die zorgt voor drukdrainage, waardoor het veen kan worden vernat. Een mooi systeem met het benodigde effect, maar het kost zo’n 8000 euro per hectare. Is zoiets dan haalbaar voor de ‘gewone’ melkveehouder?
Het valt op dat Wiersma een hoop kritische vragen stelt aan de boeren en onderzoekers in Zegveld. „Ik wil graag cijfers”, laat ze meermaals weten. De heren zijn duidelijk onder de indruk van de minister, die flinke kennis van zaken lijkt te hebben. De rapporten en cijfers uit alle onderzoeken, die krijgt Wiersma aangereikt. „Die ga ik nodig hebben tijdens het debat binnenkort”, laat ze weten.
Janet de Vos
Zegveld - Een hoger grondwaterpeil zorgt voor minder bodemdaling en uitstoot van broeikasgassen, maar kun je nog rendabel boeren als de koeien op hoog water staan? Op de Hoogwaterboerderij in Zegveld wordt dat onderzocht.
De boerderij met 40 hectare grond aan de Oude Meije 14 lijkt op het eerste oog heel gewoon: met koeien in de wei en de stal. De bijzonderheid zit onder het weiland, waar het grondwaterpeil is verhoogd tot 20 centimeter onder het maaiveld; zo’n 40 centimeter hoger dan in traditionele weilanden.
Het Veenweide Innovatie Centrum (VIC) is sinds 2020 bezig met het project Boeren op Hoog Water. Op de Hoogwaterboerderij van het Kennis Transfer Centrum(KTC) in Zegveld wordt in de praktijk getest of en hoe je rendabel kunt boeren als het waterpeil wordt verhoogd.
Aanleiding voor het onderzoek is het Klimaatrakkoord van Parijs waarin staat dat boeren moeten ‘vernatten’. Nu is het grondwaterpeil, zeker ’s zomers, in het veenweidegebied laag. Bij laag water verdroogt en oxideert het veen waardoor er veel broeikasgas (CO2) in de atmosfeer komt. Bij hoog water daalt de bodem minder en is de uitstoot lager.
Melkproductie
„Op de Hoogwaterboerderij willen we inzicht krijgen in wat een hoog waterpeil betekent voor het boerenbedrijf. We onderzoeken de effecten van de grondwaterstanden op de bodem, de grasproductie, de melkproductie en eventuele risico’s voor de gezondheid van de koeien. Net als de gevolgen voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit en de uitstoot van broeikasgassen”, vertelt Jasper Beek, directeur van het KTC Zegveld waar de Hoogwaterboerderij deel van uitmaakt. „Wij facifiteren het onderzoek: we leveren de grond en de koeien en data waarmee onderzoekers analy-ses maken.”
Rendabel
Jasper benadrukt dat het bedrijfs-economisch aspect een belangrijk onderdeel van het onderzoek is. „Als iets niet rendabel is, is het ook niet duurzaam. Wat betekent dit voor de kosten en inkomsten voor een melkveehouder? En wat zijn de effecten op de lange termijn?”
Bepaalde percelen op de boerderij hebben daarom een verhoogd grondwaterpeil en andere een traditioneel grondwaterpeil. Daarnaast zijn er twee groepen koeien: koeien die op hoog water staan en die op traditioneel weiland staan.
Alles wat er gebeurt, wordt gemeten en met elkaar vergeleken. „In eerste instantie zou het onderzoek vijf jaar duren, maar die periode bleek te kort. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om het systeem goed te laten werken en we hebben verbeteringen doorgevoerd. Ook hebben we te maken gehad met verschillende weersomstandigheden: van heel droge tot heel natte perioden en die hebben invloed op de meetresultaten. Voor de betrouwbaarheid is het beter om meer data te verzamelen. Vandaar dat we daar een subsidie voor hebben gekregen”, vertelt Jasper.
Het gaat om een subsidie van de provincie Zuid-Holland van 1,5 miljoen euro aan het Veenweide Innovatie Centrum, waarvan 450.000 euro naar Boeren op Hoog Water De subsidie is een deel van de kosten - circa een miljoen euro per jaar - die worden betaald door het Rijk, de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht, waterschappen, bedrijfsleven en de boeren (LTO):
„Met de subsidie zetten we het huidige onderzoek nog een aantal jaar door. Een verandering is dat we alleen nog Holstein-Friesians hebben en geen Jersey-koeien meer. We zagen geen duidelijk verschil tussen de rassen en hebben vanuit kostenoogpunt en om betere analyses te kunnen maken, afscheid genomen van de Jersey-koeien.”
Hoewel de onderzoeksresultaten nog even op zich laten wachten, kan Jasper al wel iets vertellen dat hem opvalt: „We weten dat boeren op hoog water de eerste jaren geen negatieve gevolgen heeft gehad voor de gezondheid van dieren. Verder lijkt er op het blote oog in de natte periodes meer schade aan de grond te zijn als het grondwaterpeil is verhoogd. Langer onderzoek is nodig, want de afgelopen jaren hebben we nieuwe inzichten gekregen en ontdekt dat sommige aannames toch niet klopten. We dachten eerst dat bodemdaling kwam door zuurstof en oxidatie, maar we zien nu ook op diepere lagen waar wel wateris, inklinking. Jasper hoopt dat overheden door het onderzoek op zijn boerderij straks gedegen en onderbouwd beleid maken. Daarnaast wil hij boeren perspectief geven. Alleen al in het Groene Hart gaat het om 1200 agrariërs die hun bedrijf op veenweidegrond hebben. „We willen boeren een realistisch toekomstbeeld schetsen, niet alleen het deprimerende beeld dat boeren moeten verdwijnen. Wat ons betreft horen boeren en koeien in het veenweidegebied. Wij onderzoeken of dat op deze manier kan.”
Wennen aan het idee
En de boeren, wat vinden zij van boeren op hoog water? „Steeds meer boeren wennen aan het idee. De meeste boeren zijn met het klimaat bezig en willen het beste met hun land. Je ziet dat steeds meer boeren bezig zijn met het grondwaterpeil. Ook in het veenweidegebied in het Groene Hart leggen boeren waterinfiltraties aan en maken zij gebruik van subsidies daarvoor. Sommigen vreesden dat koeien het zompige grasland kapot zouden trappen of dat ze ziek zouden worden. Dat laatste is niet het geval. Om het echte verhaal te vertellen, is onderzoek zo belangrijk.”
De komende jaren richten Jasper en zijn veertien medewerkers zich op verder onderzoek en het vernieuwen van de boerderij.
„We willen het bedrijf een facelift geven en zijn bezig met het opzetten van een campus voor kennisontwikkeling en kennisdeling. Een soort centrumfunctie voor het veenweidegebied. Daarnaast sluiten we ons aan bij het Fieldlab Groene Hart dat naast oplossingen voor bodemdaling werkt aan thema’s rondom stikstof en mest, want daar is boeren op hoogwater geen oplossing voor. Ondertussen houden we ons bedrijf draaiend, want ook bij ons moeten de koeien gewoon worden gemolken.”